Sturing
Beschrijving
Naar: Functioneel Model, Attributen
Definitie
Object waarin de sturing is gedefinieerd voor objecten die gestuurd kunnen worden zoals pompen, duiker/sifon/hevel en afsluitmiddelen.
Geometrie
Niet van toepassing
Associaties
Model |
Object |
Watersysteem, Keringen |
|
Watersysteem |
Relaties standaarden
Er zijn nog geen relaties gedefinieerd.
Komt voor in
Producten |
Geen producten gedefinieerd |
Onderdeel van |
HyDAMO |
Inwinningsregels
Geen omschrijving beschikbaar.
Functioneel Model
Naar: Beschrijving, Attributen,
Attributen
Naar: Beschrijving, Functioneel Model
Attribuutnaam |
Toelichting |
Type |
Een-heid |
Bron definitie |
Model |
OBJECTID |
Wordt automatisch gegenereerd. |
esriFieldTypeOID |
|
|
|
indicatieComplexeSturing |
Indien de sturing complex is (JA), wordt met een hyperlink verwezen naar informatie over de sturing. Bij niet complexe sturing voldoet eenvoudige schematisatie zoals met overige attributen kan worden vastgelegd. |
|
|
|
|
beginPeriode |
Beginperiode (dag en maand) van de sturingsregel. Het object is bedoeld om de gemiddelde variatie in het jaar op te slaan en niet zozeer een tijdreeks over een lange periode. Bijvoorbeeld een periode vanaf 1 apr = 0104 (defaultwaarde is 0101) |
string |
ddmm |
|
|
eindPeriode |
Eindperiode (dag en maand) van de sturingsregel. Het object is bedoeld om de gemiddelde variatie in het jaar op te slaan en niet zozeer een tijdreeks over een lange periode. Bijvoorbeeld een periode tot en met 31 september = 3109 (defaultwaarde is 3112) |
string |
ddmm |
|
|
doelvariabele |
Variabele waarop wordt gestuurd: waterstand, debiet, tijd of vaste waarde |
|
|
|
|
eenheidDoelvariabele |
|
|
|
|
|
stuurvariabele |
Variabele die gestuurd wordt: 1: bovenkant klep, -schotbalk of -schuif bij overlaten 2: hoogte opening bij schuif of klep als deze als onderlaat functioneert 3: pompdebiet of 4:hydrologische randvoorwaarde |
|
|
|
|
vasteWaarde |
Indien de doelvariabele een "vaste waarde" betreft, wordt deze hier ingevuld. |
Double |
|
|
|
streefwaarde |
Indien de typeController "interval" of "PID" betreft, wordt hier de streefwaarde ingevuld en bij "bovengrens" en "ondergrens" de bijbehorende grenswaarden. |
Double |
|
|
|
bovengrens |
De bovengrenswaarde waaronder geen aanpassing van de sturing plaatsvindt. |
Double |
|
|
|
ondergrens |
De ondergrenswaarde waaronder geen aanpassing van de sturing plaatsvindt. |
Double |
|
|
|
typeSturing |
Bepaling of de stuurvariabele (klep, pomp, schuif, etc) continu of discreet regelbaar is. Bij een continue sturing is er sprake van een lineair verloop, bij een discrete sturing is er sprake van een getrapt verloop (type: constant-until-next). |
|
|
|
|
typeController |
Hiermee wordt bepaald welke sturingsmethode van toepassing is: sturing op basis van een streefwaarde met bandbreedte (interval of PID), of op basis van een tabel met meetwaarde-actiewaarde (hydraulic of time), of op basis van een vaste waarde (nvt). |
|
|
|
|
prioriteit |
De prioriteit van de sturing in het geval er meerdere sturingen van toepassing zijn. Prioriteit "hoog" overrulet prioriteit "midden" etc. Prioriteit "geen" wordt altijd overrulet. |
|
|
|
|
globalID |
|
GlobalID |
|
|
|
pompID |
relatie naar pomp |
GUID |
|
|
|
regelmiddelID |
relatie naar regelmiddel |
GUID |
|
|
|
meetlocatieID |
relatie naar meetlocatie |
GUID |
|
|
|
hydrologischerandvoorwaardeID |
relatie naar hydrologischerandvoorwaarde |
GUID |
|
|
|